S t a t u t e n van de Vereniging van Indonesische Christen Jongeren (I.C.J.) in Nederland
Art.l. Naam en oprichting. De vereeniging draagt den naam van “Indonesische Christen Jongeren” (I.C.J.), en is opgericht tijdens de KerstReünie van de Ind. Chr. Jongeren den 26sten December 1930 op het Kasteel “Hardenbroek” bij Driebergen.
Art .2. Zetel. De vereniging heeft haar zetel op het Kasteel “Hardenbroek” bij Driebergen.
Art.3. Grondslag. De vereeniging heeft tot grondslag de erkenning van Jezus Christus als Gods Zoon en Zaligmaker, en van den Bijbel als Gods Woord.
Art .4. Doel. Het doel van de Vereniging is:
a. het contact onderling, en met Christelijke Jeugd-, en Volksbeweging in Indonesië, de nauwere aanraking met de Chr. Jeugdbeweging en het algemeene Christelijk leven in Nederland.
b. de leden te helpen voorbereiden voor hun algemeene Chr. taak, die hun wacht in Indonesië. de taak van den dienst van God ,den dienst van den naaste en dienst des Vaderlands
c. de nieuwe Indonesische jongeren bij hun aankomst en vestiging in Nederland behulpzaam te zijn.
d. de Indonesische verlofgangers, die een bepaalde Chr.organisatie willen bestudeeren, aan de gewenschte adressen en te helpen.
e. in het algemeen, het stimuleeren tot het beter besteden van den studie- en vorloftijd in Nederland met hot oog op het zich snel ontwikkelende leven in Indonesië.
Art.5. Middelen. De vereeniging tracht haar doel te bereiken door:
a. het instellen van een vast adres van en voor de Indonesische Chr .Jongercn en familie in Nederland. Dit adres is ook voor inlichtingen omtrent Chr. mileu- , kosthuis, -onderwijs voor de uit Indonesië komende jongeren
b. het aanleggen van een adreslijst, die zoo mogelijk om de drie maanden herzien wordt.
c. het houden van Reünies, vergaderingen en excursies. Er worden ten minste 2 Reünies per jaar gehouden, namelijk : de paasReünie en de kerstReünie.
d. het uitgeven een correspondentie blaadje voor het onderlinge contect tusschen de leden.
e. persoonlijke en officieele correspondentie met Indonesië
f. het laten circuleren van Ind .bladen onder leden.
g. het bezoeken van vergaderingen, waar over Indonesië wordt gesproken in Christelijken en Indonesischen geest.
h. het contact met het Nederlandsche verenigingsleven in het Bijzonder het Christelijk vereenigingsleven en zijn organisatie vormen:
a. Jeugdzorg, Jeugdwerk en Jeugdbeweging
b. Zendingsleven en zendingsactie.
c. Philantropische arbeid en sociale zorg, bijzonderlijk van de inwendige Zending.
d. Kerkelijk leven en organisatie,
e. Staatkundig leven en zijn organisatie, bijzonderlijk de algemeene beginselen, inrichting en werkwijze van de voornaamste politieke partijen in Nederland
f. Vakorganisatie en haar algemeene beginselen, inrichting en werkwijze.
h. De gedachte te propageren om tijdens het verblijf in Europa een bepaalde organisatie goed te leren kennen, en —zoo mogelijk— na het beëindigen van de studie nog enkele maanden te blijven ter bestudeering daarvan.
Art.6. Contributie. De contributie bedraagt 3.- per jaar als minim.
Art.7. Leden. Lid van de Vereeniging kan worden iedere Indonesische studerende en (of) werkende, die instemt met grondslag en doel der vereeniging of ook die zich in den kring der I.C.J. thuis voelt en het doel als doel der verenigng erkent.
Art. 8. Qpzegging. en oudleden. Men treedt uit de vereeniging, door:
a. Opzegging van het lidmaatschap,
b. Door het vertrek naar Indonosië. In dit laatste geval kan men zich laten inschrijvcn als oudlid der vereeniging en wel contribuerend oud-lid.
Art. 9. Kringen. Waar enkele leden betrekke1ijk dicht hij e1kaar wonen kan een kring gevormd worden met een vast adres. hetwelk is het adres van den secretaris of de secretaressen van den kring.
Art. 10. Adressen. Ieder lid geeft de nieuwe adressen van Ind jongeren en ouderen en families, die hij weet op, evenzo de verandering van zijn eigen adres, alzoo ook zijn vacantieadres.
Art. 11. Bestuur. Het bestuur bestaat uit Voorzitter, Vice-voorzitter, secretaris-penningmeester en drie commissarissen, gekozen door de Vergadering op de KerstReünie.
Hardenbroek, Januari 1931
R.S.Nimpoeno, Voorzitter
P.A.Tiendas , secretaris.
Bijvoegsel:
K r i n g e n
In den loop van het jaar 1931 zijn ingeste1d
1. Kring Amsterdam en Omgeving
2. Kring Leiden en Omgeving
3. Kring den Haag en Omgeving
4. Kring het Gooi.
Adressen;
1. Kring Amsterdam; Vr, ; S.G.Moelia, Deurloostr. l23 (Z)
2, Kring Leiden en Omg. ; A.Hotti Zendingshuis, 0egstgeest
3. Kring Den Haag en omg; Zr. C.Pelenkahu, Bronovo, .
4. Kring het Gooi: L.Voerman, van Weedestr.19, Oegstgeest
5. Voor Utrecht en Omg. : P.A. Tiendas, Hardenbroek,Driebergen.
Bewerkte kopie van verslag van de planning om de ICJ op te richten d.d. 29 juni 1930
Origineel in Rijksarchief te Utrecht, A. Numankade 201 onder NCSV nr. R 72
KRING van Indonesische Christen Jongeren in Nederland. 29 Juni 1930.
Op een studeerkamer in het eerbiedwaardige gebouw van de Ned. Zendingsschool te Oegstgeest zaten 4 Indonesische Christen Jongeren gezellig bij elkaar. Het onderwerp van het gesprek was: Het betere contact tusschen de Ind. Chr. Jongeren in Holland in verband met hun aanstaande taak als Christenen in Indonesië. Het resultaat van deze kamerbespreking is, de vorming van een Kring, den Kring van Indonesische Christen Jongeren in Nederland.
De voorloopige leiding is als volgt samengesteld: -
W. H. Tutuarima, Ned. Zend. School,Oegstgest, Voorzitter.
P. A. Tiendas, Hardenbroek , Driebergen, Secretaris..penningmeeeter.
Het doel van den Kring is:
a. Beter contact onderling, contact met de Chr. Jeugdbeweging in Indonesië, en betere aanraking met de Chr. Jeugdbeweging en Chr leven in Nederland.
b. de leden helpen voorbereiden voor hun chr. algemeene taak in Indonesië.
c. Nieuwe Indonesische Jongeren bij hun aankomst en vestiging behulpzaam te zijn
De Kring hoopt zijn doel te bereiken
a. door het aanleggen van lijst van Ind. Chr, Jongeren in Nederland.
b. Persoonlijke en officieele correspondentie met Indië
c. Het houden van vergaderingen, Reünies , excursies en derg.
d. Het lezen van Ind. Chr. Jeugdbladen in het bijzonder, en Ind. bladen in het algemeen.
e. Persoonlijk of gezamenlijk bezoeken van vergaderingen of conferenties waar over
Indonesië gesproken wordt in Christelijken geest
f. Persoonlijke en officieele band der leden met de belangrijkste Jeugdorganisaties in
Holland.
g. Het instellen van een vast adres voor inlichtingen omtrent Chr. millieu, onderwijs voor de
uit Indonesië komende jongeren
h. De gedachte propageeren, om na het beeindigen der opleiding nog enkele maanden te
blijven voor het het bestudeeren van een bepaalde organisatie met het oog op het zich
ontwikkelende leven in Indonesië.
Algemeene opmerking.
De verhouding tot de niet Christenjongeren in Nederland moet zooveel mogelijk een vriendschappelijke zijn. Onze mede-Christen Jongeren , het is aangenaam in den vreemde, nuttig bij onze voorbereiding en noodzakelijk voor onze latere taak, dat wij, die straks ons Vaderland in Christus’ geest en kracht hopen te dienen, ons nauw aaneensluiten. Die deze gedachte gedachte deelt worde lid van de I.C.J .
Uw. dw
Is het niet wenselijk aan de voet van de circulaire nog een strook af te zonderen voor aanmelding?
Ondergeteekende ……………………..
te ………………….. straat ………………………
wordt lid van het I.C.J. ……………………………………….
PROGRAMMA van de KERSTREÜNIE. der Ind. Chr. Jongeren
op het kasteel Hardenbroek bij Driebergen.
24 - 27 December 1930
Woensdag 24 December..
Middaguren Aankomst.
17,30 Opening.
18,- . Avondeten.
19,45 Avondvergadering.
l. Onderwerp. De Indonesische Christen Jongeren
en het Politieke Maatschappelijke leven in Indië
door den Heer St G.Moelia, oud lid van den Volksraad van N.I.
2. Korte versIagen, -
23,- R u s t.
Donderdag 25 December.
8,- Reveille.
9,- Ontbyt.
10,30 Godsdienstoefening te leiden door Dr.G.Rutgers.
13,- Middageten
15 -16 Middagvergadering.
1. De taak van de Indonesische Chr,Vrouv,.
2. Korte vers1agen.
16.- Thee.
16.- -17,50 Wandeling of spe1letjes.
17,50 avondeten,
18,30 Kerstviering
23.- Ru s t.
V R Y D A G 26 December.
8,- Reveil
9.- Ontbyt.
10.- Morgenvergadering.
1.De Ind. Christen Jongeren tegenover de zending en de groeiende Ind.
Kerken, door dhr F. Lumanauw, cand hulpprediker.
2. Pekerjaan kita di Indonesia, oleh J.R.Caffin.
3. Korte verslagen.
13.- Middageten.
14,30 Middagvergadering.
1. Een toepasselijk woord voor de Ind.Studeerenden in Holland, door
denheer S. Wenas, ambtenaar by de PTT in N.O.I.
2. practische besluiten.
a. Eventeel oprichting van een kring der Ind.Chr. Jongeren in Holland.
b. enig contact met elkaar b.v.:-
1. Door een vast adres voor de Ind. Chr..Jong in Holland, b.v.Hardenbroek, Driebergen.
2. Is een adressenlystje noodig.
3. Enz.
c. enig contact met Indië b.v.
1. Pers en officieele correspondentie.
2. De circulatie van Ind. bladen,
3. Persoon1yk of gezamenlyk bezoeken van vergaderingen ,waar over Indië gesproken wordt in Chr.geest.
4. Het instellen van een vast adres voor inlichtingen omtrent Chr. milieu, -onderwys- en Verenigingsleven voor de uit Indië komende jongeren.
d. enig contact met het Hollandsche Chr. leven Chr.Vereenigingsleven.
Zendingsleven.Kerkelijk leven.
De gedachte propageren om na het beeindigen van de studie nog enkele maanden te blyven voor het studeren van een bepaalde organisatie met het oog op het zich snel ontwikkelende leven in Indië
16,30 tot 18,- Wandeling of spelletjes
18,- Avondeten.
19,30 Gezellige afscheidsavond.
1. Persoonlyke indrukken van de Reünie.
2. Indonesische volksliederen, volksmopjes e.d.
3. Voordrachten.
4. Muzikale bydragen en leiding (hoogstwaarschynlyk) van den heer F.Mogot.
R u s t.
Z A T E R D A G M O R G E N. 27 December. V e r t r e k.
OPMERKINGEN.
Hoe bereikt men Hardenbroek.
Het kasteel Hardenbroek is van Utrecht te bereiken met de Wyk-by-Duurstede-bus, welke van Vreeburg startende, stopt voor het Centraal Station. De deelnemers(sters) en gasten worden verwacht met de bus, die om 14,30 van Utrecht vertrekt, aankomst Hardenbroek 15,20.(Voor byzondere gevallen de volgende vertrekuren van Utrecht 9,30,l1,—,l2,- enz
De vertrekuren van Hardenbroek op Zaterdag 27 December zyn 7,30 ; 8.10 10,30 , men kan ook op andere uren vertrekken of per taxi naar station Drieebergen gaan (afstand acht Kilometer).
Korte Verslagen.
Het is misschien nuttig en interessant om op de Reünie te vertellen van ieders school,- of internaatsleven of studieomgeving b.v. naar aanleiding van de volgende vragen..
I. Het schoolleven of studie
1. De duur der opleiding of stedie.
2. Is de studie moeilyk?
3. Zyn er nog andere indonesische 1.1. of studenten op dezelfde inrichting of faculteit?
4. Hoe is de omgang met de Hollandsche mede - 1.1. en –studenten en met de Hollanders in het algemeen?
II. Het kosthuis-, of internaatslevon,
Zyn er moeilykheden. Kunnen wy met de mensen opschieten?
III. Zyn er adressen, waar u in de vac, kunt logeren.
IV. Hoe hebt U contact met Indië.
V. Is er gelegenheid en tyd om het Hollandse Jeugdvereenigingsleven te leren kennen en er
actief aan mee te doen.
Natuurlyk zyn deze verslagen helemaal vrywillig en zoo kort en zakelyk mogelyk.
Voor de wandelingen zyn oude schoenen gewenscht, daar de binnenwegen zeer modderig zyn. Wie graag de gezelligheid op den afscheidsavond mede wi1 helpen verhoogen door een voordracht, leuke stukjes of muziek geve de titel en de vermoedelyke tyd er van op.
De kinderen, die van de party zullen zyn, zullen gelukkig gemaakt worden met Kerstgeschenken. Daarvoor worden vrywillige bydragen gevraagd. De bydragen worden opgehaald na aankomst.
De voorzitter van de Reünie zal zyn de heer J.H.Tutuarima. Slotvoogd zal zyn de keer J.R.Caffin,
TENSLOTTE WORDT MEN BELEEFD EN DRINGEND VERZOCHT PER 0MME-
GAANDE OP DE INLIGGENDE BRIEFKAART EVEN TE MELDEN:
1. Als men het nog niet gedaan heeft. Of men hoopt te komen of niet.
2. Zoo ja, met welke bus.
3. En als men hoopt te komen of men iets wil bydragen voor het Kerst feest en hoeveel.
Kosten zyn er overigens aan het samenzyn niet verbonden,daar alle deelnemers op Hardenbroek te gast zyn.
Met Uwe medewerking hopen wy dan een gezellig echt Indonesisch samen zyn te hebben.
Adres voor KerstReünie:
A.Tiendas. Hardenbroek,Driebergen,Tel.825 Zeist
Namens Hardenbroek:
Dr.H. C.Rutgers.
Namens de Comm. voor Ind. Chr. Jongeren:
P. A.Tiendas
L i j s t der Uitgenoodigden.
Voor het gemak een lyst der gevraagde menschen. Er zyn reeds dames en heeren,die de uitnoodiging hebben aangenomen, en verder,die hun best willen doen te komen, zoodat; men niet bang hoeft te zyn voor eenzaamheid, want aan gezelschap zal het niet ontbreken Ondergeteekende houdt zich aanbevolen voor nieuwe adressen van Ind. Çhr. Jongeren in Indië, Het beginsel is Hoe meer zielen,hoe meer vreugd.
Di reeds toegezegd hebben te komen: (alleen namen vermeld)
Mej C. Pelenkahu; Mej. P.W.F.S. Supit; Mej. M. Tumbuan, Mej .L.Voernaan; J.R.Caffin
F.Harahao; G.H.Kaligis; G,T.Liem; T,H.Lim; F. Mogot; A,Rotti; G, Silitonga;W.H,Tutuarima
F. Lumanauw.
Van de ouderen:
Hr St G.Moelia- Amsterdam; Hr,S, Nimpoeno – Amsterdam; De Heer en mevr,Wenas en kinderen, verder zyn nu ook gevraagd mevr.Moelia en Kinderen, Amsterdam, Mevr.Sigar en Kinderen.-Amsterdam, Mej,D.Sigar – Amsterdam; Z.S. Najoan; Hr.Kartodimedjo - Nymegen
Mej.C.Baker – Zetten; Mej.W. Lurnanauw Zetten; Mej. M.Soemo1ang – Zetten; Mej.F.Soerno1ang – Zetten; Mej.R.Wenas – Wassenaar; Mej. L.Wei jdemu1ler-Rotterdam
Mej.Endoh – Arnsterdam; G.S.Tarman Harlingen, Hr.Leimena den Haag.; Mej.C,Dekker Amsterdam, De Ngo Leen - Delft, Hr.Risakotta - den Haag, Hr. Matu11a - den Haag, G,K.Liem – Leiden, P.S.Yoe - Breda.
Hoogachtend: P.A.Tiendas
P.A.Tiendas, Driebergen. Tel. Zeist.825.
VERSLAG VAN DE EERSTE KERSTREÜNIE 24 – 27 DEC. 1930
De eerste KerstReünie van de Indonesische Christen Jongeren op het Kasteel “Hardenbroek”
bij Driebergen. (24 - 27 Dec. 1930)
Deze KerstReünie zal zeker wel in de herinnering van alle dee1nemes blijven, en zij mag worden aangemerkt als een biezondere gebeurtenis in het leven van de hier te lande aanwezige Indonesiërs.
Wij zijn op Hardenbroek bij elkaar gekomen, wij, menschen van verschillende rassen en talen en niet eenmaa1 is gedurende de Reüniedagen de goede harmonie verstoord. Wij hebben iets van de heerlijkheid der broederschap in Christus gevoeld.
Wij zijn de N.C.S.V. dankbaar voor haar gastvrijheid. Ook tot Dr H.C Rutgers en Jonkvrouw van Asch van Wijck gaat onze dank uit, voor hetgeen zij voor ons hebben gedaan.
Waarde lezeressen en lezers, het is niet mijn bedoeling om een gedetailleerd verslag uit te brengen. Daarvoor beschik ik niet over den noodigen tijd. Ik heb mij tot de belangrijkste “handelingen” van de Reünie bepaald.
24 December 1930, avondvergadering om l9.45.
De heer Tiendas, als waarnemend voorzitter, opende de Reünie. Gezongen werd Psalm 84: 4 en 5, voorgelezen Johannes 15. Vervolgens heette hij alle aanwezigen welkom. Spreker verheugde zien in het feit, dat de dames en heeren Indonesiërs gevolg hadden gegeven aan de oproep om een Ind. KerstReünie te houden. Het was voor hem een verblijdend teeken, dat de dames in zoo grooten getale vertegenwoordigd waren.
Vaak wordt er gezegd, dat wij Chr. Indonesiërs geen initiatief zouden hebben, dat wij ons te veel zouden overgeven aan Godsdienstige overpeinzingen en dergelijke minder juiste beweringen. Maar spreker is ervan overtuigd, dat ook wij die gaven bezitten, om op velerlei gebied iets te zijn en te doen. Daarna gaf spreker het woord aan den heer St. U. Moelia, oud lid van den Volksraad van Ned. Indië.
Spreker begon met de N.C.S.V. hartelijk dank te zeggen voor de verleende gastvrij-heid. De Ind. Chr. Jongeren waardeeren de royaliteit ten zeerste. Ook voor den heer Tiendas is deze Reünie een voldoening.
Het onderwerp van spreker is:
De Indonesische Christen Jongeren en het politiek maatschappelijke leven in Indië
De practische politiek, aldus spreker , laat ik buiten beschouwing, ook in verband met het komende Kerstfeest. In deze dagen hebben wij onze gedachten voornamelijk te bepalen bij de groote beteekenis van Christus‘ geboorte.
Politiek heeft in Indië geen vaste omlijnde betekenis, en wel omdat de Ind. politiek voor ons nog geen philosophisch en wetenschappelijke basis heeft. Het is een tasten en een zoeken naar rechts en links. In Europa heeft de politiek wel een historische basis. De meeste Westersche landen hebben een geschiedenis, oorkonden. Indië heeft ze niet.
Het Nationalisme heeft in Indië een fascinerende beteekenis. Alles herleidt men tot Nationalisme. Wat is Nationalisme? Heel vaag: een complex van strevingen om land en volk omhoog te brengen. Op zichzelf heeft men daartegen geen bezwaar. Dat is het goed recht van elk rechtgeaard Indonesiër. Het Nationalisme is een gevolg van het ontwaken van het Oosten. Men is in Indië echter nog maar aan het begin van de beweging. De Christen-lndonesicrs. zijn er ook in betrokken. In dit opzicht is er geen verschil tusschen Mohammedaan en Christen. Zij toch verlangen eenparig naar een zelfstandige plaats in de rij der volkeren. Hier in Nederland wordt wel eens gezegd, dat het Nationa1ise in het verhitte brein van enkelen zit.
Onder Nationalisme verstaat men nier vaak : Onmiddelijke losmaking van de band tusschen Nederland en Indiê. Maar men vergeet, dat er nog anderen Nationalisten zijn, die constructief te werk gaan.
De Indische Organisaties, o.a. de Persatoean Minahasua, het Moluksche Politieke verbond, de Mal. afdeling van de C.E.P. en in Bataklanden de Hatopan Krieten Batak waren aanvankelijk bij hun opzet vereenigingen die voor locale belangen alleen opkwamen. In de loop der jaren is in al die vereenigingen een eenheidsbesef merkbaar. Zij zien nu het politieke leven in groot verband en komen ook op voor algemeene belangen. Men wil ook het algemeene Volksbelang dienen. De perasaan ke-Indesiaan heeft hen daar toe gedreven.
Wij Indonesische Christenen kunnen niet buiten de politiek, omdat wij een eigen plaats willen veroveren in de geestelijke beweging van ons land. Wij zijn niet tevreden met de rol van houthakkers en waterputters.
Gelukkig is er nu een Centrale beweging van Christenen van alle Ind. landaarden in Batavia. Het heeft strijd gekost, voordat de centrale politieke vereeniging er was.
En nu onze taak. Velen van ons zijn niet geroepen om aan practische politiek mee te doen. Maar indirect kunnen wij in die richting werken. Bij voorbeeld het vormen van Jeugdorganisaties, Jeugdleiders, het verlenen en organiseeren van materieele hulp, enz. Helaas ontbreekt het ons vaak aan jeugdig vuur. Lauwheid en onverschilligheid treffen wij helaas bij velen aan. Dat weinige initiatief hebben jullie aan de Zending te danken , wordt er gezegd. Alles wordt voor jullie klaargemaakt. Hoe komt het, dat er nagenoeg geen Christen-Indonesiërs zijn, die in de Ind. maatschappij uitblinken? De niet Christenen hebben hun Tjokro-Aminoto, hun Dr Soetomo e.a. en wij?
De Indonesische Christen Jongeren moeten zich bewust worden van hun leiderschap. Eenaal terug in Indië, zullen ze worden leiders van hun kring. Op het oogenblik worden wij als een ‘quantité negligêable’ beschouwd. Colijn heeft in zijn boek: KolonialeVraagstukken niets gezegd over onze positie en politieke beteekenis in lndie. Wel heeft hij de vraag gesteld aan welke zijde zich de Chr. Indonesiërs zullen scharen in een mogelijke botsing tusschen het blanke en bruine ras.
Wij zijn op ons zelven aangewezen. Steun van onze Hollandsche vrienden in politiek opzicht is moeilijk te verkrijgen. Een eigen pers moeten wij hebben. Buiten een pers kunnen we niet. Het samenhoorigheidsgevoel tusschen de Chr. Indonesiërs moet gepropageerd worden.
Het zal voor spreker een voldoening zijn, wanneer hij door zijn referaat bij de aanwezigen belangstelling heeft gewekt voor de Ind. beweging. wij moeten niet alleen goede vaderlanders zijn, maar ook trouwe Christenen, die volgens de Chr. beginselen willen leven. Het is een groot voorrecht, dat God ons als uitverkorenen heeft gezet te midden van de 59 (millioen) Monammedanen en heidenen. Maar ons Christen-zijn brengt ook zware verplichtingen met zich mee. Onze taak is zwaar, maar toch ook weer niet moeilijk, want de Heere zal ons daarbij helpen, indien wij het Hem vragen.
Na deze interressante en leerzame inleiding werd er een oogenblik gepauzeerd.
Na de pauze ging de vergadering over tot de bespreking yan de gehouden inleiding. Er ontspon zich een levendig debat, wat natuurlijk van zelf sprak De slotvoogd., heer Caffin: Wanneer krijgt Indië zijn ze1fstandigheId ?
Spr : De zelfstandigheid kan vlug komen, maar kan ook misschien nooit komen. Een termijn is niet te geven.
Dr Rutgers: Moet aan de politieke onafhankelijkheid niet eerst een economische vooraf gaan?
Spr.: Zeker, maar niet in de zin van economische onafhanklijkheid zooals wij die in Europa kennen. Voor de Oosterse Volken, kan men m. i. met een 1ager niveau van technische en economische ontwikkeling tevreden zijn om vrij te zijn. Of liever volkomen economisch onafhankelijk is geen enkel volk ter wereld. Wij zien zelfs, dat vrije staten geheel afhankelijk zijn in economisch opzicht van andere. Wel mag economische geschiktheid als eisen worden gesteld.
Tweede dag 25 December
Doe morgens werd door Dr H.C.Rutgers een Kerstpreek genouden.
De middagvergadering werd geleid door dhr Tiendas. Gezongen werd Gez, 89:1 en 2.
Het woord was aan den heer Caffin, die een inleiding hield over
Ons werk als Christenen in Indonesië
Ons werk is een doorgevingswerk. Wat wij hier in Nederland aan geestelijk goed hebben ontvangen moeten wij later in Indonesië uitdelen. Den oorspronkelijken godsdienst, Animisme e. a. beschouwt spr. als een rem voor de ontwikkeling. Wij moeten de mentaliteit verhoogen. Zoodoende wordt het peil verhoogd. Een middel daartoe is het Christendom. Dat er in Nederland lndonesische Jongeren zijn, is Gods wil. Ze moeten zich bewust worden van hun latere taak in hun Vaderland. Sprekcr eindigde met een dankgebed. Na het zingen van Gez. 274: 1, 2 en 5 werd de middagvergadering gesloten.
.
Voor het avondeten werd het Kerstfeest gevierd voor de kinderen, die verrast werden met aardige cadeautjes. Het keurig vertelde kerstverhaal van juffrouw W. Lumanauw mocht zich in een groote aandacht van het .kleine volkje verheugen, blijkens de vele interrupties van de kleuters.
Na het avondeten hadden we Kerstfeestviering voor de groote menschen. Er werden bekende kerstliedjes gezongen. Dhr R.S.Nimpoeno hield een Kersttoespraak.
Daarna had er uitdeeling der Kerstgeschenken plaats. Het personeel van Hardenbroek werd. niet vergeten. Ook de deelnemers kregen hun bescheiden deel. Na de thee, las de secretaris het verhaal van de 4e wijze uit het Oosten voor. Hiermee werd het Kerstfeest gesloten. Het was al laat in den nacht toen allen ter ruste gingen.
De derde dag, de laatste Reüniedag.
Het gezelschap werd vergroot door de komst van de West Indische dames, dhr Tutuarima, de eigenlijke voorzitter, en verloofde, en ook nog dhr Najoän. Dhr Tiendas heette de aangekomenen welkom en gaf meteen de leiding over aan den heer Tutuarima, candidaat Hulpprediker.
Het woord was aan den heer Lumanauw van Oegstgeest eveneens cancidaat hulpprediker, die D. V. dit jaar Indië hoopt te gaan.
De Christen Jongeren en de groeiende inheemsche Kerken
De groeiende Indonesische kerken hebben hun ontstaan aan de Zending te danken. De Zending is een voorname factor in de ontmoeting van Oost en West. Men denke aan opvoeding en onderwijs philantropische inrichtingen e.a. Het vruchtdragend bewijs van het werk der Zending is jonge inheemsche Kerk. De Zendingsgeschiedenis wordt Kerkgeschiedenis. Spr. gaf een beschouwing over :Kerk en een kerk en de Kerk. De Kerk in Nederland is helaas geen eenheid. We hebben hier te maken met verschillende kerkgenootschappen. In Indië hebben wij verschillende kerken..De Jav. kerk in Oost en midden Java is een mislukt portret van de Hervormde er in Hol1and . De Minahassische kerk. bestaat op papier van de Commissie 12. De Batakse Kerk met haar Calvinistische inslag is op Lutherse leest geschoeid. Wij moeten een eigen kerk hebben, en geen copie van de Wetersche kerken. Wij mogen niet berusten in een toestand van minderwaardigheid. Volkeren die er in berusten, zijn zonder fut. Wij Christen Jongeren mogen dezen weg niet opgaan. Dan zou het Christendom, dat wij belijden, ons onwaardig zijn.
Eén Indonesische Kerk zij het parool, gegrond op de basis van de rechte openbaring. (een verdeeldheid zooals hier te lande, verscheidenheid in dezen zin is nimmer te rechtvaardigen. Spreker eindigde met de vrienden op te wekken voor een actieve deelname in het verwezenlijken van één Indonesische Kerk.
Op deze gloedvolle rede volgde een geanimeerde bespreking. Te begrijpen is het dat velen het niet eens waren met spreker,. De kwestie van mislukt portret vonden enkelen wel wat te kras gezegd. En voorts nog andere uitspraken van inleider. Spreker beantwoordde de lastige vragen. Enkele ophelderingen gaf hij ter geruststelling. De voorzitter sloot de vergadering met een dankgebed.
Vergadering om 3 uur.
De Voorzitter opende de vergadering met het laten zingen van Ps 25: 2 en ging voor in gebed. Het woord was aan Zr Pelenkahi, die een inleiding zou houden over De taak der Ind.Christen Vrouw. Spreekster begon met te zeggen dat het opgegeven onderwerp voor haar te moeilijk was, maar dat zij graag wou spreken over de Minahassische vrouw. De aanwezigen gingen er natuurlijk mee accoord.
De Min. vrouw, die buiten haar Vaderland, de Minahasa leeft is verwesterscht, wat de kleding betreft. Haar gevoel blijft Oostersch, zij tracht op allerlei gebied vooruit te komen. De westersche beschaving eigent ze zich toe. Een meisje uit de Minahassa, die voor het eerst op Java is, komt te staan voor nieuwe situaties en denkbeelden. Ze wordt op Java als een njonja ketji1 beschouwd, wordt op haar wenken bediend. Zij gaat graag naar de bioscoop, naar de soos om er naar genoegen tot laat in den nacht te dansen. Dansen, wel te verstaan, het Eu-. ropeesche dansen hoort immers bij de westersche beschaving. Al de genoegens, die de Westersche ‘beschaving’ aanbiedt tracht zij tot de hare te maken. Haar leven is er een van vroolijk zijn. Doch dat is de ware Westersche beschaving niet. Het meisje moet nog leeren, dat de hoogste beschaving is het dienen van den naaste., zelfopoffering als het moet. Een leven dat enkel uit dansen, naar de bioscoop gaan bestaat, bevredigt op den duur niet. Het wordt een leeg leven. Nu gaat het Min. meisje terug naar haar Vaderland, waar op vele plaatsen geen bioscopen zijn , geen dancings, etc. Zij wordt ontevreden tot groote ergenis van de ouders. Zij verveelt zich. Waarom? De genoegens van het verwesterst zijn wil ze wel graag hebben, maar niet de plichten. Wij Ind. Jongeren, Oosterlingen, leven hier te midden van westerlingen, Europeanan. Vroeger in Indië begon het bij ons te kriegelen, wanneer wij den soortnaam Europeanen hoorden. Maar nu niet meer. Wij hebben de Europeanen beter leeren kennen, en zoodoende komen wij tot juiste waardering. Het werk van de Zusters van het Leger des Heils is te roemen. De zorg voor hulpbehoevenden en de verpleging van de lijdende menscheid, door Zusters verricht mag wel onze eerbied afdwingen. En hoe is het Indië. Wat doet de Ind. Vrouw voor het algemeen? Indie roept om hulp. Laten wij God bidden om de Indische Vrouw die krachten te schenken, waardoor zij in staat zal zijn naar maatschappelijk werk te verrichten.
De discussie wordt beheerscht door het bekende: Mogen wij dansen? Mogen wij naar de bioscoop’?
Spr. De Inlandsche dansen waarbij de enkeling danst, mag men beoefenen. Dat soort dansen is een stuk van onze cultuur.
Over het al of niet mogen dansen volgens de Europeesche wijze kon men het niet eens zijn. De oude Volksdansen, zooals hier te lande kan men niet verkeerd noemen, maar de moderne dansen?
De secretaris: als het dansen me dichter bij God brengt dan zal ik dansen, eveneens met gaan naar de bioscoop. Zoo niet dan moet men het laten.
Practische besluiten: hierover kan ik zeer kort zijn.
De vereeniging van de Indonesische Christen Jongeren (I.C.J.) werd opgericht. Leden mogen worden alle Ind. Christen studerenden hier in Holland. Het doel is contact tussen de leden tussen de Ind. Chr. Jongeren in Nederland.
Men tracht het doel te bereiken door het aanleggen van een adressenlijst die zoo mogelijk om de drie maanden wordt herzien . Voorts Reünies, het circuleeren van Indische bladen. Beter contact met Indische leven, contact met het Chr. leven in Holland, in verband met onze latere taak in Indonesië.
Contributie : F. 3,- per jaar
Tot voorzitter werd gekozen de heer R.S.Nimpono van Amsterdam,
Secretaris-penningmeester de neer O.A. Tiendas, Hardenbroek.
Niets meer aan de orde zijnde sloot de voorzitter de vergadering.
De gezellige afscheidsavond ( 19. 30) Een avond om nooit te vergeten!
De vergadering zong eerst het bekende ‘In het land der schoone palmen’ Vervolgens werden er eenige nationale liedjes ten beste gegeven, voorafgegaan door speeches in de eigen taal. Men hoorde Hol1andsch, Javaansch, Maleisch, Bataksch naast en na elkaar. Het werd een Babylon in het klein. De guitaarbegeleiding van onzen slotvoogd was uniek. Vooral zijn Arabische “fantasia” trok algemeen de aanacht. De Min. Volksdans ontlokte een stormachtig applaus. Een Oosterscne Volksdans in een deftige huisKamer van een Oud-Hollandsch kasteel. Wie had dat verwacht!
De Slotvougd en de secretaris verrasten de aanwezigen met hun ”blijspe1en” De twece Arabische Kooplui” en ‘De Arabische Koopman aan boord van de K.P.M. Stoomer’. Dat er flink gelachen werd, is te begrijpen. Een Vo1kspel met koord en ring werd ook een bron van genoegen.
Ten laatste kreeg ieder de gelegenheid om persoonlijke indruk van de Reünie uit te spreken. Een passend slot van deze gezellige afscheidsavond. Alle aanwezigen dankten Dr Rutgers en Jonkvrouwe van Asch van Wijck voor alles wat zij hebben gedaan voor de Reünie.
Na gezang en gebed ging iedereen ter ruste.
Den volgenden morgen bracht een autobus alle deelnemers naar Utrecht, waar zij van elkaar afscheid namen. De Ind. KerstReünie behoort tot het verleden..
Doetinchem 12 Januari l931
De secretaris van de Reünie, G.Silitonga.
Rondgezonden missive jan 1931
VEREENIGING INDONESISCHE CHRISTEN JONGEREN
JEKERSTRAAT 69w, AMSTERDAM-ZUID
AAN DE ZENDINGSVRIENDEN!
Het mag als algemeen bekend worden verondersteld, dat er veel jongelui uit den Indischen archipel in Holland komen studeeren, hoofdzakelijk in Universiteitssteden. Misschien treft het niet zoozeer ieders aandacht, dat het leven voor deze jongelui in Nederland vaak heel moeilijk is. Zonder geestelijke steun van familie en vrienden, zonder gezellig tehuis, in een voor hen vreemde maatschappij, voelen ze zich dikwijls eenzaam. En daar zij door hun Oosterschen aard zich niet gemakkelijk aansluiten, hebben de goed bedoelde pogingen van sommige Hollandsche medestudenten of families, om hen in hun kring op te nemen, meestal weinig resultaat. Het hoeft geen nader betoog, dat uit dezen toestand vele moeilijkheden en gevaren voor hen voortvloeien.
Na veel voorbereidenden arbeid is, Kerstmis 1930, opgericht, de vereeniging ,,Indonesische Christen Jongeren”, gevestigd in het Kasteel ,,Hardenbroek”. Deze vereeniging bestaat uit een dertigtal Christelijke jongelui van inheemsche afkomst (uit Batak, Minahasa, Ambon, Java enz.) en heeft ten doel om den onderlingen band te versterken, elkander geestelijk op te bouwen en om de nieuw uit Indië aankomende landgenooten, van welke richting ze ook mogen zijn, met raad en daad bij te staan, t.w. door ze van boord af te halen, behulpzaam te zijn in het zoeken van een tehuis, hen daarna geregeld te bezoeken en met de Christelijke feestdagen in gezellige samenkomsten bijeen te brengen.
Zooals ieder kan nagaan, zijn de financiëele opofferingen, aan dezen arbeid verbonden, voor dezen kleinen kring wat zwaar, temeer daar de grootendeels studeerende jongelui financiëel nog afhankelijk zijn van hun ouders.
In de overtuiging, dat hier werkelijk een belangrijk zendingswerk te verrichten valt, wenden wij ons met vrijmoedigheid tot de Christenen in Nederland en Ned. Oost-Indië om hun zedelijken en financiëelen steun.
Men kan ons in dit werk steunen door zich op te geven als begunstiger. Postgiro-rekening No. 7477 van den WelEdelZeergi. Heer Dr. H. C. Rutgers, ,,Kasteel Hardenbroek”, Driebergen.
Het Bestuur:
S. NIMPOENO, Voorzitter
T. H. LIM, Secretaris.